Haar zwarte haren hangen voor haar ogen. Achter het struikgewas verbergt zich een gelaat uit het verre oosten. Ze kijkt niet op. Om haar in het vizier te krijgen moet ik mijn hoofd lichtjes draaien.
Een jongeman neemt plaats tegenover mij. Beetje mollig, wild ringbaardje, haren tot in de nek, nonchalante jeans en een kringloopvest. Hij leest geen boek, heeft geen doppen in de oren en kijkt vredig naar de schone verschijning schuin tegenover hem.
Hij neemt de vrouw volledig in zich op, maar doet dat sereen, alsof hij naar een pianoconcert luistert of een schilderij van Monet bewondert. Ik kijk naar haar via hem.
Wanneer zij opstapt en de wagon verlaat schuift hij zijn tanden ritmisch over mekaar, licht gefrustreerd alsof de klank tijdens het concert net is uitgevallen. Hij kijkt haar nog na, maar draait dan zijn hoofd weer naar de lege stoel. Zo blijft hij nog een tijdje staren totdat zij helemaal van zijn netvlies is verdwenen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten